De door muggen overgedragen ziekte knokkelkoorts blijft een echte zorg in Sri Lanka. Dengue komt vooral veel voor in Colombo en langs de westkust, met regelmatige uitbraken na de zuidwestmoesson in oktober/november (bij een bepaalde gewelddadige epidemie in de eerste helft van 2017 werden 80.000 gevallen gemeld, met 215 doden). Er zijn vier subtypes van knokkelkoorts, dus helaas is het mogelijk om het meer dan eens te krijgen. De ziekte wordt doorgaans gekenmerkt door het plotseling optreden van hoge koorts, gepaard gaande met koude rillingen, hoofdpijn, huiduitslag en spier- of gewrichtspijn (meestal aan de ledematen en rug, vandaar de bijnaam knokkelkoorts "knokkelkoorts"). De koorts duurt meestal drie tot zeven dagen, terwijl postvirale zwakte, lethargie en soms depressie tot enkele weken kunnen aanhouden. Een zeldzame maar mogelijk fatale complicatie is hemorragische dengue (DHF), die vrijwel uitsluitend voorkomt bij kinderen onder de vijftien jaar die eerder met dengue zijn geïnfecteerd.
Er is geen vaccin tegen knokkelkoorts, wat het vermijden van gestoken worden des te belangrijker maakt, maar helaas zijn de muggen die knokkelkoorts overdag overbrengen, waardoor ze moeilijker te beschermen zijn dan malariamuggen.
Hoewel het moeilijk is om te voorkomen dat je gebeten wordt, zijn er een paar standaard ontwijkingstechnieken die je kunt gebruiken: